Debby Flood - Roeister
Ik groeide op in een gezin dat Christus volgde — mijn grootouders waren zendelingen en ik ging elke week naar de kerk — dus als je me als kind had gevraagd of ik in God geloofde, zou ik hebben gezegd: “Nou ja, natuurlijk ben ik een volgeling van Jezus en ik ga elke zondag naar de kerk.”
Maar pas toen ik een tiener was, realiseerde ik me wat het volgen van Christus betekende. Dat je een persoonlijke relatie met Jezus moest hebben. En dat was iets waar ik zelf voor moest kiezen. Die keuze maakte ik toen ik 15 was. Dat was het begin van mijn persoonlijke reis met God. Ieder jaar groeide ik en leerde ik meer, maar pas toen ik 20 was, had ik een echt overweldigend gevoel van Gods aanwezigheid in mijn leven.
Het was het slechtste jaar voor mij omdat ik de selectie voor de Olympische Spelen in Sydney had gemist. Ik twijfelde aan God en vroeg me af wat de reden nou kon zijn. Ik dacht dat ik twee jaar van mijn leven had verspild met roeien, maar uiteindelijk bleek het het beste jaar van mijn roeicarrière tot dan toe te zijn. Op dat moment keek ik terug op mijn leven en kon ik duidelijk zien welke weg God mij had laten afleggen. Ik besefte dat God mijn leven echt in Zijn handen had en dat ik Hem moest vertrouwen.
Zoals in elke relatie heb ik momenten waarop ik me dicht bij God voel en momenten waarop ik me ver weg voel. Maar ik kom altijd terug op dat punt in mijn leven toen ik 20 was en herinner me hoe ik me toen voelde en denk aan Spreuken 3:5-6: “Vertrouw op de Heer met heel je hart, steun niet op je eigen inzicht, Denk aan hem in alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg.” Ik heb volledig vertrouwen dat God mijn leven in Zijn handen heeft en dat Hij bij me is in elke situatie. Bij hoogtepunten, maar ook bij dieptepunten
Dat ik een volgeling van Christus ben, betekent niet dat alles vanzelf gaat. In de sportwereld zijn er veel uitdagingen. Sir Steve Redgrave merkte op de BBC op dat als atleet die traint voor de Olympische Spelen, het motto “Hoger, Sneller, Sterker” je bestaan en je leven wordt. In veel opzichten is dat zo, en om het te halen moet dat ook.
Maar als een atleet die Christus volgt, moet God op de eerste plaats in mijn leven komen. Het roeien op nationaal niveau heeft veel van mijn tijd in beslag genomen in de afgelopen 11 jaar. In de drukte van het leven vergt het discipline om tijd vrij te maken voor God, om tijd te nemen om dank te zeggen en te groeien in mijn relatie met Hem. Het is belangrijk dat ik die tijd maak, maar het is niet altijd makkelijk.
Ik geloof dat Jezus wil dat ik betrokken ben in de sportwereld. Dat is het talent en de gave die Hij mij heeft gegeven. Ik geloof echt dat God mij in het roeien heeft geplaatst om een getuige voor Hem te zijn — om Hem te verheerlijken door mijn wedstrijden, maar ook om Hem te eren met mijn daden en mijn gedrag, of ik nu win of verlies. Ik sport voor een “eenmanspubliek,” en dat is Jezus. Jezus is een deel van mijn motivatie. Ik wil het goed doen voor Hem en mijn capaciteiten volledig benutten en mijn leven of wat Hij mij heeft gegeven niet verspillen. Het is een eer en een voorrecht om mijn land te mogen vertegenwoordigen op de Olympische Spelen, maar een nog grotere eer om Christus te vertegenwoordigen in mijn team.
Jezus is belangrijker dan een gouden medaille. Gouden medailles zullen uiteindelijk worden vergeten en ik zal ze niet meenemen als ik overlijd. In het licht van de eeuwigheid overtreft Jezus alles en ik voel dat dat mij een breder perspectief geeft wanneer ik train en race. Ja, ik ben teleurgesteld als ik niet zo goed presteer als ik zou willen – ik wil winnen, ik ben erg competitief – maar ik weet ook dat mijn echte identiteit niet ligt in mijn successen, maar in mijn leven met Christus.